Boon Edam werd groot met draaideuren en is vandaag de dag wereldwijd product leader op het gebied van ingangstechnieken. Ook hightech beveiligingsoplossingen maken deel uit van het portfolio. “Met een omzet van tweehonderd miljoen noemen we onszelf een mini-multinational”, zegt Niels Huber, CEO van het bedrijf dat sinds 2004 het predicaat ‘Koninklijk’ mag voeren.
Niels is de derde generatie Huber die bij het familiebedrijf aan het roer staat, maar het begint allemaal met timmerman Gerrit Boon. Die besluit in 1873 in Amsterdam voor zichzelf te beginnen. Zoon Gerrit zet het bedrijf voort maar heeft geen opvolger en plaatst in 1944 een advertentie in een lokale krant. Een van de reflectanten is Jacobus (Koos) Huber. Hij brengt het bedrijf in een stroomversnelling en maakt in de jaren 60 de strategische keuze zich volledig toe te leggen op een nicheproduct: draaideuren. Het succes is zo groot dat uitbreiding noodzakelijk is. Het bedrijf verhuist daarom naar Edam.
In de 21e eeuw is ‘ingangs-technieken’ de overkoepelende benaming van het Boon-portfolio. “We maken toegangs- en veiligheidsoplossingen met een steeds grotere nadruk op digitalisering”, legt Niels uit. “Daarom hebben we bijvoorbeeld een strategische samenwerking met marktleiders op het gebied van software en kunstmatige intelligentie voor gezichtsherkenning en contactloze toegang.” Dat de wereld er niet rustiger op wordt biedt mogelijkheden, erkent Niels. “Maar met onze producten maken we de wereld voor personen en gebouwen op microniveau een beetje veiliger. We zien een stijgende vraag naar integrale oplossingen op het gebied van safety & security. In onze rol van entry-experts dragen wij hieraan bij.”
Ondanks de internationale expansie heeft Boon Edam het karakter van een familiebedrijf weten te behouden. Niels: “We hanteren altijd de menselijke maat, met respect als kernwaarde. Ook wij werken met doelstellingen en planningen, maar zijn niet per se hard op de targets. We kijken ook naar het grote geheel en hebben veel aandacht voor talentontwikkeling, onder meer met onze eigen Boon University. Met twintig vestigingen in zeventien landen bieden we een mooi carrièreperspectief, ook voor mensen met internationale ambities. Medewerkers blijven gemiddeld lang in dienst. Nee, ik maak geen dagelijks rondje op de werkvloer. We hebben managers aangesteld; dat is hun verantwoordelijkheid, ik wil niet in de weg lopen. Mensen hebben hier veel autonomie. Maar ik leg regelmatig mijn oor te luister en hoor en zie veel.”
Niels wist als kind al dat het familiebedrijf zijn toekomst was. Een autonome keuze, zonder enkele dwang van huis uit. “Als jochie maakte ik op zaterdag de Boon Edam service-auto’s schoon om geld te verdienen voor een crossmotor.” Niels zou het bedrijf samen gaan leiden met zijn paar jaar oudere zus Anita, maar een noodlottig verkeersongeval in 1993 maakte aan die wens een abrupt einde. “Een schok voor de familie, voor mijzelf en voor het bedrijf. Mijn ouders hebben toen hun nek uitgestoken om het voor mij toch mogelijk te maken het bedrijf over te nemen.” Zijn eerste officiële functie was vrachtwagenchauffeur. “Avontuurlijk werk, zeker in die tijd. Ik heb er veel van geleerd, waarvan het besturen van een vrachtwagen maar een klein onderdeel is. Levenservaring, mensenkennis, ik had het niet willen missen. De volgende 150 jaar wil Boon Edam in op basis van een verantwoorde groei als Nederlands familiebedrijf.”
De draai- of tourniquetdeur zoals we die nu nog steeds kennen werd in 1888 uitgevonden door Theophilus van Kannel uit Philadelphia. Het systeem met drie of vier deurvleugels draaiend rondom een cilinder zorgde niet alleen voor een efficiëntere toegang dan een traditionele deur, maar bleek ook kou (of warmte) letterlijk beter ‘buiten de deur’ te houden volgens het principe ‘altijd open, altijd gesloten’. Het maakt de draaideur tot op de dag van vandaag een duurzame toegangsoplossing.